Er zijn (jong) volwassenen die geen werk én geen toegang hebben tot scholing. School@Work is een instrument dat in belangrijke mate kan bijdragen in het voorkomen dat deze (jong) volwassenen meteen in een uitkering belanden. School@Work is een 1-jarig leer-werktraject op mbo-niveau 1 (BOL) en geeft een toekomst naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt of doorstroom naar vervolgonderwijs. Met School@Work kan het! Ja, we kunnen het!
Waarom moeilijk doen als het makkelijker samen kan
Binnen School@Work slaan drie partijen de handen in één om (jong) volwassenen ‘op de rit’ te krijgen: Gemeenten, sociale leer-werkbedrijven en het mboRijnland. Gemeenten melden de (jong) volwassenen aan. School@Work verdeelt de aanmeldingen over de deelnemende sociale leer-werkbedrijven. De docent van School@Work én de praktijkopleider binnen het leer-werkbedrijf coachen samen de studenten op de werkvloer. Naast de aanmelding via de gemeenten kunnen er ook aanmeldingen plaatsvinden vanuit Pro/VSO en ISK.
Win-Win
School@Work geeft win-win voor alle betrokkenen. Leer-werkbedrijven leren studenten taken uit te voeren precies zoals zij dat willen. Krijgen daarbij hulp van een toegewijde School@Work docent. Zij houden na afronding van School@Work goed getrainde en zeer gemotiveerde medewerkers over. De studenten varen wel bij het positieve toekomstperspectief. De gemeente (Pro/VSO en ISK) tenslotte, die heeft de verantwoording om (jong) volwassenen weer ‘op de rit te zetten’ succesvol opgepakt. En beperkt bovendien de last van uitkeringen op de gemeentekas.
Gemeenten binnen School@Work
School@Work start bij de gemeente, of bij Pro/VSO en ISK. Instanties die de noodzaak zien om (jong) volwassenen met een negatief of pessimistisch toekomstbeeld te helpen. Gemeenten als Gouda, Leiden, Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas en Pro/VSO-scholen en ISK melden al aan bij School@Work. Om hun te laten begeleiden naar werk, passend bij hun talent, mogelijkheden en ambitie.
Leer-werkbedrijven binnen School@Work
Vanaf de eerste dag ontvangen sociale leer-werkbedrijven hun studenten én een eigen School@Work docent. De docent werkt nauw samen met de praktijkopleider van het leer-werkbedrijf. Stemt met het bedrijf af welke theorie nodig is voor de werkvloer. De docent en de praktijkopleider trainen de studenten samen, zodat zij taken uitvoeren precies zoals het leer-werkbedrijf dit wil. En brengt waar nodig verdieping en verbreding aan in een profiel.
School@Work leidt studenten op voor assisterende werkzaamheden binnen de horeca, schoonmaak en logistiek. School@Work leert studenten de ‘kneepjes van het vak’. Gewoon direct in de praktijk, op de werkvloer van leuke sociale leer-werkbedrijven.
School@Work: entree naar passend werk!
Het profiel die studenten kiezen, bepaalt welke leer-werkplek zij krijgen. Welke talenten, mogelijkheden en wensen heeft de student? Waar wordt hij/zij enthousiast van? Veel studenten vinden het heerlijk om buiten te werken. Of juist om gezonde, voedzame lunches te maken. Anderen vinden het geweldig om in een magazijn orders te picken. Of leuker nog: om vrachten te laden en lossen met een vorkheftruck.
Helemaal naar wens opgeleid
Leer-werkbedrijven leren studenten om taken en werkprocessen precies uit te voeren zoals zij dat willen. Krijgen daarbij hulp van een eigen toegewijde School@Work docent. Na afronding houden zij goed opgeleide medewerkers over, die zich duurzaam verbonden voelen aan hun bedrijf of beter te plaatsen zijn in andere bedrijven. Ervaring leert dat onze leer-werkbedrijven super tevreden zijn over studenten die na School@Work blijven werken in hun bedrijfsrestaurant, magazijn, schoonmaak of groenvoorziening.
Binnen School@Work slaan drie partijen de handen ineen om (jong) volwassenen weer ‘op de rit’ te krijgen. Gemeenten, leer-werkbedrijven en het mboRijnland. Ieder pakt zijn rol om een beter toekomstperspectief te geven: om de hen de stap te laten zetten van geen mogelijkheden meer voor werk of scholing, naar een duurzame baan, die helemaal past bij hun talent.
De studenten krijgen een entree-diploma. Hiermee hebben ze het niveau 1 van het mbo gehaald.
De studenten kunnen doorstromen naar gepast werk of naar niveau 2. De docent zal ze hierin adviseren.
Tijdens het School@Work traject krijgen de studenten begeleiding bij het vinden van werk door het team ‘entree-naar-werk’ (VSV maatregel RMC) en ‘project Kwint’ (pilot naar aanleiding van de motie Kwint).
Twee leer-werkdagen bij het sociale leer-werkbedrijf (12 uur). Docent, instructeur en praktijkopleider zijn regelmatig aanwezig.
Een stage/BPV dag (7 uur). Docent is niet aanwezig. Praktijkopleider wel.
Twee dagen met generieke vakken: in de klas, online en zelfstudie (10 uur). Docent en instructeur zijn veel aanwezig.
Examens Nederlands worden gedaan op niveau 1F. In overleg met de docent kan ook examen gedaan worden in 2F of 3F.
Er zijn 4 Nederlands examens:
Het 2-jarige leertraject is een verlengd 1-jarig traject. Het is een pilot. De eerste 20 weken is er intensief aandacht voor de Nederlandse taal. Een combinatie van e-learning, taalmaatjes op de werkvloer en extra taallessen. Naast lessen Nederlands vindt er ook een koppeling naar beroepsgericht Nederlands plaats. Entree onderwijs richt zich op het leren Leren, leren Werken en op werknemersvaardigheden. Ook krijgt burgerschap aandacht. Na de 20 weken neemt de intensiteit van de extra lessen Nederlands af en gaan vakken als rekenen, burgerschap, loopbaan en keuzedelen meer aandacht krijgen. Er wordt toegewerkt naar de examens Nederlands, rekenen en het praktijkexamen.
Waar mogelijk kan inburgering (vanaf 18) worden ingepast in het tweede leerjaar. In overleg met docent en gemeente.